Menu

Je zult het op een gegeven vast een keer tegenkomen in je beroep: het moeten geven van een presentatie. Sommige mensen gaat dit heel erg gemakkelijk af, anderen zijn minder bang voor de dood dan voor een presentatie. Hoe zorg je ervoor dat je je zenuwen de baas bent en dat je het op een gegeven moment misschien juist wel leuk gaat vinden om te presenteren? Hieronder volgen enkele tips om het presenteren onder de knie te krijgen.

Structuur van de presentatie
In de introductie begroet je je publiek en je stelt jezelf voor (mits je voor een publiek staat dat jou al kent). Je vertelt vervolgens even kort wat jouw functie is en wat het doel van de presentatie is. Goede presentaties kun je geven door je aan de volgende Amerikaanse formule te houden: “Tell the audience what you are going to tell them, then tell them, at the end tell them what you have told him” oftewel, vertel wat je gaat vertellen, vertel het, vertel wat je hebt verteld.

Binnen de tijd
Probeer je aan de toegestane tijd te houden, het is beter om onder de tijd te blijven, dan hier bovenuit te komen. Mensen raken snel verveeld wanneer er langer dan vijf minuten dezelfde sheet op het scherm te zien is. Probeer je ook aan je schema te houden en dwaal niet teveel af, dit kost tijd en kan je op het eind in de problemen brengen.

Aan het eind van je presentatie vraag je vriendelijk of er nog vragen zijn, vijf minuten zou voldoende moeten zijn om vragen te beantwoorden vanuit het publiek. De voorzitter zou dit kunnen verlengen wanneer vraagstukken interessant zijn en meer tijd nodig hebben om besproken te worden.

Lichaamshouding & Stemgebruik
Praat duidelijk, schreeuw of fluister niet, let op de akoestiek van de ruimte. Haast je niet door de presentatie heen, maar praat ook niet overdreven sloom. Probeer zo natuurlijk mogelijk over te komen. Wanneer je een kernpunt hebt besproken neem dan even een korte pauze, voordat je aan een nieuw punt begint, dit zorgt ervoor dat je een bepaald punt duidelijker maakt.

Niet te lollig
Maak niet teveel grappen, dit werkt vaak desastreus, tenzij je echt een natuurtalent bent. Om de aandacht van het publiek te houden kun je veel met je stem doen, je kunt de snelheid aanpassen en verschillende klanken gebruiken. Praat in elk geval niet op een monotone toon.

Handen
Gebruik je handen om bepaalde punten te verduidelijken of kracht bij te zetten, maar zwaai niet teveel met je handen heen en weer want dat kan ook weer afleidend werken. Mensen ontwikkelen soms irritante gewoontes (die je vaak zelf niet door hebt), je zou je collega·s eens kunnen vragen wat ze van jouw stijl vinden.

Oogcontact
Probeer zoveel mogelijk oogcontact te houden met je publiek, maar richt je niet op één bepaald persoon, dit zou weleens intimiderend over kunnen komen. Richt je ook op de mensen die achteraan zitten, vooral wanneer je in een grote ruimte spreekt.

Praat niet tegen het projectiescherm en sta uiteraard niet met je rug naar het publiek toe. Ga ook niet voor het beeld staan, vraag of er iemand in je publiek is die het niet goed kan zien. Eventueel kan je die persoon dan nog een andere plek aanbieden.

Nervositeit
Vermijd heen en weer wiebelen, dit toont je nervositeit en het publiek kan daar ook onrustig van worden, sta echter ook weer niet als een houten klaas stil. Spreek overigens niet uit dat je zenuwachtig bent, want dan heb je kans dat mensen alleen maar meer op je gaan letten.

Houd in de gaten wat de houding van het publiek is, beginnen ze zelf te wiebelen, verveeld om zich heen te kijken, dan wordt het misschien tijd voor een nieuw onderwerp of tijd om de presentatie af te sluiten.

Geniet ervan
En dan last but not least: Geniet van je presentatie! Het klinkt misschien raar als je er een hekel aan hebt, maar probeer het van de positieve kant te bekijken. Je hebt immers nu de gelegenheid om jezelf te laten zien en te presenteren over een onderwerp dat je wellicht erg interessant vindt. En bedenk jezelf altijd dat je publiek waarschijnlijk echt niet van jouw presentatie wakker ligt, dus doe dit zelf ook niet.

(Bezocht 482 keer, 1 bezoeken vandaag)